Programma

09.00 Registratie en ontvangst
U ontvangt van ons een naambadge, een congrestas met schrijfmateriaal
en congresmagazine. De koffie staat voor u klaar!

10.00 Opening en inleiding door de dagvoorzitter
Pesten is meer dan een groepsproces. Ouders doen ertoe!
Pesten is niet alleen een groepsproces, zoals vaak gesteld wordt. Het is ook een individueel proces. Kinderen die gepest worden en pesten hebben vaak persoonlijke problemen. Bovendien speelt pesten zich niet alleen binnen school af en duurt het na de schoolperiode vaak nog voort. Het is dan ook noodzakelijk om pesten breder te benaderen dan nu vaak gedaan wordt. Dit betekent  twee dingen:

  1. Het is belangrijk dat scholen aandacht besteden aan pesten middels evidence-based programma's, zoals de staatssecretaris van Onderwijs voorstelt. De  focus van school moet echter niet alleen gericht zijn op pesten. Als je pesten als een individueel proces benadert is het noodzakelijk om kinderen eerst algemene sociale, emotionele en morele vaardigheden te leren.  Uit honderden studie blijkt dat als je probleemgedrag wilt verminderen of voorkomen je vooral algemene vaardigheden moet aanleren en daarna probleemspecifieke elementen toevoegt. Carolien pleit er daarom ook voor dat een vak sociale en emotionele vaardigheden wordt toegevoegd aan het curriculum van zowel basis als voortgezet onderwijs scholen; 
  2. Dit betekent ook dat het noodzakelijk is om ouders te betrekken en te ondersteunen. Het is opvallend dat ouders op dit moment alleen maar zijdelings worden betrokken bij de schoolprogramma's. Dit terwijl de problematiek van het pesten zo ingewikkeld is. Ouders zijn hier in eerste instantie bij betrokken en er wordt dan van scholen verwacht dat zij dit gaan oplossen. Bovendien, zo blijkt uit onderzoek, is niet alleen een vruchtbare samenwerking tussen ouders en school ten aanzien van pesten van effectief belang; ook gerichte interventies voor ouders verminderen het pesten. Dit door in eerste instantie te begrijpen wat ouders onder pesten verstaan,  hoe zij het pesten van hun kind beleven, op welke manier zij ondersteund willen worden en hun kinderen willen en kunnen ondersteunen.  Met andere woorden : ouders doen ertoe.

Dr. Carolien Gravesteijn, lector Ouderschap en Ouderbegeleiding, Hogeschool Leiden.

10.30 Het is niet pesten, maar grappig?!
Veel pestprogramma’s zijn gericht op het stoppen van pesten. Dat zal effect hebben bij de kinderen die niet pesten, maar grappig doen en die incidenteel door een gebeurtenis thuis, uit de bocht vliegen. De structurele pesters zullen meer ondergrondse druk gaan uitoefenen.
Het  name and shame principe is weinig respectvol en kan daarom ook niet de structurele problematiek oplossen. Het is vernederend en dat is geen goede emotie om te stoppen en kan in de structurele pesters wraakgevoelens ontwikkelen. Pesters blijken niet goed te weten wat het effect is van wat ze doen, ook vinden ze in het algemeen niet dat ze het doen. Een dergelijke benadering zal niet makkelijk tot bewustwording leiden. Terwijl dát juist nodig is.
Maar dat vind ik niet eens het grootste probleem. Pesten pak je vooral aan door een positief groepsklimaat te maken en de bewustwording van vanzelfsprekendheid dat iemand onaangenaam benaderen, grappig of niet, niet goed is, niet mag en niet moet gebeuren. Anti-pesten is pro-samen.
Dr. Martine Delfos, biopsychologe en onderzoeker, PICOWO.

11.00 Koffie- en theepauze

11.30 Pesten als groepsproces
Pesten is een probleem van de groep. Kinderen hebben een groep nodig om te pesten. Dat betekent dat je de groep ook nodig hebt om het pesten op te lossen. In deze presentatie zal Gijs Huitsing ingaan op de rollen die kinderen in kunnen nemen in het groepsproces bij pesten. Daarbij gaat het ook over de ontwikkeling van groepsnormen, en de belangrijke rol die de leerkracht hierbij speelt. Voor leerkrachten en leerlingen is het van belang dat ze inzien dat zij zelf invloed kunnen hebben op het pesten. Want we zijn niet allemaal verantwoordelijk voor het feit dat er wordt gepest, maar we zijn er wel voor verantwoordelijk dat het stopt. 
Drs. Gijs Huitsing, promovendus Vakgroep Sociologie, Rijksuniversiteit Groningen.

 

12.00 Het succes van daders
Kinderen verschillen in hun sociale doelen. De een wil graag in het middelpunt van de belangstelling staan, terwijl de ander gewoon wil spelen of met een vriendin optrekken. Die verschillen manifesteren zich het sterkst in groepen, want in een groep valt heel wat te halen voor ambitieuze kinderen: aandacht, vriendschap, bewondering of zeggenschap over de sociale agenda van de groep. 
Die verschillende motivaties zijn ook terug te vinden in gedrag. Wie iets wil bereiken, kan dat doen door vriendelijk te zijn en pogen door middel van ruilen iets voor elkaar te krijgen, maar het kan ook door te dreigen. Wie beide strategieën beheerst, de aardige en de minder aardige, is vaak het meest succesvol. Ik zal in mijn presentatie eerst laten zien dat bi-strategen het meest succesvol zijn in het verwerven van de bronnen van de groep (bewondering, etc.). Vervolgens laat ik zien dat pesters zeer gemotiveerd zijn voor diezelfde bronnen, dat ze over het algemeen beide strategieën gebruiken (en niet zoals misschien verwacht uitsluitende de coërcieve strategie, zoals dreigen) en dat ze hun doelen bereiken. Op korte termijn zijn daders succesvol! Wat het probleem pesten zo persistent maakt is dat die bronnen uiteindelijk worden toegekend door de andere leden van de groep. Het succes van daders wordt getolereerd door de anderen, waarschijnlijk vooral omdat die anderen bang zijn. In sommige klassen sluiten steeds meer kinderen zich aan bij de daders, vermoedelijk aangespoord door de successen van diezelfde daders. Hoe kunnen we dat proces stoppen? Er zijn ruwweg twee methoden die zich aandienen. De eerst en mogelijk de effectiefste is de successen van de daders weghalen. Bij mijn weten zijn er geen anti-pest programma’s die daarop inspelen, maar soms bevatten ze wel elementen. De tweede is de kinderen die tegen pesten zijn aanmoedigen om de daad bij het woord te voegen. Dat kan op verschillende manieren, nl. door ze inzicht te geven in het groepsproces, door ze te wijzen op hun eigen bijdrage aan datzelfde groepsproces en door ze ‘sterker’ te maken. Vooral dat laatste lijkt een goede strategie.
Dr. Frits Goossens, universitair hoofddocent afdeling Orthopedagogiek, Vrije Universiteit Amsterdam.

12.30 INTERMEZZO
Theatergroep PlayBack geeft een interactieve presentatie van hun methode om (online) pesten bespreekbaar te maken met jongeren, ouders en docenten. Ze spelen een scène uit hun jongerenvoorstelling LIKE (over pesten en social media) en gaan daarna in gesprek met het publiek. 

 


Wilt u meer weten over theatergroep PlayBack en de voorstellingen die zij verzorgen? Download de brochure, breng een bezoek aan de website of bekijk de trailer op you tube!  Het intermezzo van theatergroep PlayBack wordt mede mogelijk gemaakt door: 

            


12.40 Lunch

De lunch wordt voor u opgediend. Ook bieden wij een informatiemarkt waar verschillende organisaties zich presenteren.

13.30 Eerste deelsessieronde
Tijdens dit congres bezoekt u in twee rondes een deelsessie. Op deze website treft u een overzicht van de deelsessies met daarij een toelichting op de inhoud een overzicht van de deelsessies.

14.45 Theepauze

15.15 Eerste deelsessieronde
Tijdens dit congres bezoekt u in twee rondes een deelsessie. Op deze website treft u een overzicht van de deelsessies met daarij een toelichting op de inhoud een overzicht van de deelsessies.

16.30 Afsluitende borrel